Als de cultuur klopt, volgt het succes vanzelf

DeLeMar Theater

Als afsluiting van het jaar waarin de Topsport Community allerlei bijeenkomsten organiseerde rond het thema ‘Team’, liep het DeLaMar Theater in Amsterdam op maandag 10 februari vol voor een programma over en met de beste teams denkbaar. Want als er iets is wat bedrijfsleven, wetenschap en topsport bindt, dan is het wel deze vraag: hoe creëer je een team? 

Als het goed is, blijft altijd één been op de grond. Altijd contact houden met de aarde, want daarin liggen al je voorouders begraven, zonder wie je niet zou zijn wie je nu mag zijn. En met deze dans toon je respect voor de sport, voor je tegenstander, voor jouw opvolgers en voor degenen die je zijn voorgegaan. Want de Nieuw-Zeelandse haka, ‘the sound of the earthquake’, verbindt een lange lijn van mensen, dwars door alle tijden, van toen naar nu. En nu is het moment gekomen dat jij mag schitteren, je best mag doen. Dat jij mag bijdragen aan de ‘legacy’ van dit bijzondere team. Of, zoals schrijver James Kerr zei: ‘To leave your jersey in a better place.’ Dankzij zijn legendarische boek ‘Legacy’ over de All Blacks, het Nieuw-Zeelandse rugbyteam, reist Kerr al jaren de wereld rond om te vertellen hoe de All Blacks het succesvolste team ter wereld zijn geworden. De ondertitel van zijn boek luidt niet voor niets: ‘What the All Blacks can teach us about the business of life.’ De kernwoorden van het team zijn ‘humility, excellence, respect’. Nederigheid is onmisbaar, anders kan het succes je naar het hoofd stijgen. Dus vegen ze zelf hun kleedkamer en dragen ze zelf hun tassen. Uitmuntendheid als kernwaarde spreekt voor zich: alleen als je het beste van jezelf biedt, kom je in aanmerking. Dat betekent ook eerlijk zijn naar jezelf: wat van jezelf ben je bereid op te geven voor dit team? En uit alles spreekt het respect: voor de geschiedenis, voor het team, voor het shirt. Een All Blacks-shirt zul je nooit op de grond zien liggen, dat wordt met respect behandeld en netjes opgehangen. Maar zelfs met al deze waarden moeten de omstandigheden wel de kans bieden prestaties te leveren. Prestatie, zo licht Kerr toe, is de optelsom van bekwaamheid en gedrag. Je moet daarvoor de juiste cultuur creëren, zorgen dat iedereen leeft naar de waarden van het team. Niet alleen binnen het team en op het sportcomplex, maar in het dagelijks leven. Alles doen wat nodig is om goed te zijn. Want: ‘If you take care of the culture, then the score will take care of itself.’ Vrij vertaald: als de cultuur klopt, volgt het succes vanzelf.

Ruimtes worden groter, tijd vertraagt

Dat de All Blacks zo succesvol zijn geworden – ze zitten na 125 jaar internationale rugbycompetitie op een winstpercentage van 78 – komt mede door het feit dat iedereen ervan is doordrongen dat je weliswaar zeer gemotiveerd moet zijn om prestaties te leveren, maar dat de emoties die daarmee gepaard gaan eerder energie kosten dan opleveren. Presteren op hoog niveau vraagt concentratie, helderheid en scherpte. Alert zijn, in het moment zijn – en wel op zo’n manier dat de ruimtes om je heen groter worden en de tijd vertraagt. Dan pas kom je tot de beste uitvoering van je plannen.

En altijd na een wedstrijd, als de gladiatoren weer zijn opgelapt, houden de All Blacks een uitgebreide nabespreking, waarbij iedereen aan het woord komt. Aan het woord móet komen zelfs, want een spelsituatie ziet er vanaf elke positie op het veld anders uit. Wat heb jij gezien, wat gebeurde er volgens jou, wat had anders gemoeten? Alleen zo kun je samen leren van wat er is gebeurd. En zo leert ook iedereen zich uit te spreken; pas als je daadwerkelijk wilt weten wat iemand ergens van vindt, creëer je de veilige omgeving waarin dat ook kan worden verteld.

Dat komt het team altijd ten goede, want ‘people will rise to the challenge if it’s their challenge’, aldus Kerr. Dus niet de coach moet het motiverende praatje vooraf houden, liever doet het team dat zelf. En omdat elk teamlid zelf beslissingen moet durven nemen op het veld, draagt iedereen dezelfde verantwoordelijkheid voor het geheel. Het is een boodschap waar hiërarchisch georganiseerde bedrijven veel van kunnen leren, sloot Kerr af. Want: ‘leaders don’t create followers, they create other leaders.’

‘Dutch Delight’ Tim Visser, gelouterd Schots rugby-international, herkende veel, zo niet alles uit het verhaal van James Kerr. Ook in Engeland en Schotland draait het om waarden als discipline, doorzettingsvermogen en respect. Visser: “Ook voor elkaar. Ik was een snelle jongen, ik moest de try’s scoren. Maar dat kan ik alleen als ik de bal krijg, als de grote jongens hun werk doen en de bal beschermen, als die goed wordt gepasst. Voor elke soort speler is een plek op het rugbyveld, hoe groot, klein, dun of dik je ook bent. Dat simpele feit zorgt er al voor dat iedereen wordt gewaardeerd om wat hij brengt.” 

Apenstreken

Vooral in de topsport geldt: samenwerken is de sleutel tot succes. Maar hoe maak je van een groep sporters een team? Om te beginnen: als je het gedrag van mensen in groepen wilt veranderen, dan zul je het eerst moeten begrijpen. Gedragsbioloog Patrick van Veen bestudeert apen en ziet daar hoe verschillend de diverse apensoorten met groepsvorming omgaan. In dat proces draait het om structuur, om normen en waarden en om rituelen, met als overkoepelende voorwaarde: vertrouwen.

Het leven bij de gorilla’s is bijvoorbeeld prettig overzichtelijk: eentje is de baas en dat alfamannetje bepaalt alles. Dat maakt het leven bij zo’n groep veilig en zeker, maar als de leider wankelt, dan valt de groep uit elkaar. In de sport kun je je dan afvragen: hoe groot is de rol van de trainer precies? En willen we dat zo?

Bij chimpansees is een zogenaamde kingmaker actief. Deze aap, nooit het sterkste mannetje, steunt een ander tot die het alfamannetje van de groep wordt. De kingmaker krijgt bepaalde privileges en er heerst rust in de groep. Krijgt de alfaman het hoog in zijn bol en trekt hij de verleende privileges in, dan verlegt de kingmaker zijn loyaliteit en steunt een ander mannetje. Deze vorm van informeel leiderschap vergt veel communicatie, waarbij corrigerend wordt opgetreden als de heersende mores niet worden gevolgd. Van Veen: “De veiligheid binnen deze groep zit meer in de sociale interactie. Het vlooien is daarbij belangrijk: met de rug naar de ander gaan zitten en je laten vlooien, daar spreekt vertrouwen uit. Het is puur een ritueel, want apen hebben helemaal geen vlooien, maar door het zachtjes plukken aan die haartjes komt endorfine vrij en voelen de apen zich prettig. Zo heeft elke soort eigen rituelen die helpen het groepsgevoel te versterken. Ook mensen hebben dergelijke rituelen. In de bouw komen mensen bij elkaar voor korte samenwerkingen – reken maar dat het daar beter werkt als je de mores rondom de busjes, de muziek op de steiger en het kopje koffie kent. Die rituelen zijn belangrijk, want het is tijd die je neemt om elkaar te leren kennen. Uit onderzoek blijkt dat je meer over hebt voor iemand die je een beetje kent dan voor iemand die wel een collega is, maar met wie je nog nooit hebt gepraat over iets wat niets met het werk te maken had. Als je van elkaar offers vraagt, dan met je dus eerst investeren in de relatie. Veel apen doen dat door te vlooien, dat zouden jullie ook eens kunnen proberen.”

Unieke prestatie

Voor de mannen van de Nederlandse 4x 100 meter estafetteploeg, die zich in de zomer van 2019 wisten te plaatsen voor de Olympische Spelen in Tokio, geldt dat in de overtreffende trap: elke loper moet blind kunnen vertrouwen dat degene voor hem precies doet zoals afgesproken. Het atletieknummer lijkt misschien niet zo ingewikkeld – vier keer honderd meter sprinten en steeds op tijd het stokje doorgeven – maar er zijn grote favorieten in het verleden gesneuveld, omdat juist dat laatste niet goed ging. Er zijn ook landen, met name Japan en China, die juist die stokwissel tot kunst hebben verheven en daarmee zoveel tijd winnen dat ze sneller lopende landen voor kunnen blijven.

Afgezien van de wissel vergt het ook een bijzonder talent om snel te kunnen starten, om bochten te kunnen lopen en om met een vliegende start goed te kunnen finishen – zeker in een internationaal veld. Het Nederlandse team, met daarin namen als Hensley Paulina, Taymir Burnet en Joris van Gool, weet dan ook hoe groots het is om op dat podium te mogen schitteren. Vaandeldrager van het team is ‘good old’ Churandy Martina, de onverstoorbare grootheid uit Curaçao, die al naar zijn vijfde Spelen gaat. Alleen Kim Collins, de sprinter van Saint Kitts en Nevis, is ooit tot meer olympische deelnames op de sprintnummers gekomen. Martina is ook de enige atleet naast Usain Bolt die zowel in Peking (2008) en Londen (2012) als in Rio de Janeiro (2016) in de finale van de 200 meter stond. Het zegt iets over Martina’s talent, doorzettingsvermogen en passie voor zijn sport. Niet dat hij daar zelf erg ingewikkeld over doet, trouwens. Op de vraag wat je ervoor moet doen om naar Tokio te mogen, antwoordde hij: “Gewoon, hard lopen.”

Wie voor het eerst voor het Nieuw-Zeelandse rugbyteam mag uitkomen, krijgt als cadeau een boek. Een dik, zwart boek, beginnend met een paginagrote foto van het allereerste All Blacks-shirt. Op de pagina’s erna staan alle All Blacks-shirts die zijn gevolgd, tot op het laatste interlandshirt. De rest van het boek is leeg, die pagina’s zijn aan de debutant. Dat zijn de bladzijden waarop hij zijn verhaal kan vertellen, waarop hij kan bijdragen aan de ‘legacy’. Churandy Martina weet precies hoe dat voelt.

De Beloften 

Topsporter worden niet geboren, topsporters worden gemaakt. Door hun ouders, die hen jarenlang van wedstrijd naar training en terug brengen, door hun trainers, die hen blijven pushen tot ze het niveau halen dat ze in zich hebben, maar vooral door zichzelf: door ijzerenheinig hun droom te volgen, door niet op te geven, door veel, heel veel te trainen en door ondanks alle opofferingen het plezier in hun sport te behouden. In de aanloop naar de Olympische Spelen besteedt de VPRO aandacht aan tien beloften, die er alles aan doen om de top te halen. Van baanwielrenner Harrie Lavreysen (22), inmiddels wereldkampioen, judoka Simeon Catharina (22) en meerkamper Rafael Raap (20) tot turnster Sanna Veerman (18) en skateboarder Roos Zwetsloot (19). Volg het pad van deze beloften via Instagram en via vpro.nl.

Deel dit artikel in je netwerk: