Het jaar 2020 zal de boeken ingaan als het jaar waarin een coronavirus de wereld tijdelijk een halt toeriep. Ook in onzekere coronatijden blijft de Topsport Community echter verbinding zoeken tussen wetenschap, bedrijfsleven en topsport. Want juist dan wordt duidelijk hoe groot het belang is van crisismanagement en leiderschap. ‘Expect the unexpected, dat is wat we doen.’
Op vrijdag 26 juni bood Topsport Community partner Wereldhave in hun kantoor bij Schiphol de gelegenheid voor een gesprek – online rechtstreeks te volgen – tussen voormalig premier Jan Peter Balkenende, wetenschapsjournalist Anna Gimbrère, Peter Langenbach, voorzitter van de raad van bestuur van het Maasstad Ziekenhuis, en Kiran Badloe, tweevoudig wereldkampioen windsurfen. Het gesprek begon, niet verwonderlijk in deze wonderlijke tijden, met een discussie over crisismanagement: wat moet je doen als alles opeens in de soep dreigt te lopen? Jan Peter Balkenende zat in 2001 voor het CDA in de Tweede Kamer, toen een machtsstrijd uitbrak in zijn partij, lijsttrekker Jaap de Hoop Scheffer opstapte en hij zichzelf plots terugvond als fractievoorzitter en premierskandidaat. Balkenende: “Het eerste wat je moet doen op zo’n moment van crisis, is rust brengen. Dat doe je vooral door duidelijk te zijn. Niet aarzelen en aangeven wat moet worden gedaan.” Vasthouden aan de eigen koers en je niet laten afleiden. Hoofd- en bijzaken onderscheiden en vooral: vertrouwen hebben in jezelf. Het zijn de strategieën die hem door menig politieke crisis hebben gestuurd. “Alles begint met analyseren, dat doe je vooraf. Een stap terugzetten en kijken: wat is hier aan de hand, waar staan we? Als je dat op een rijtje hebt, dan kun je daarna niet meer worden verrast.”
Intuïtieve besluiten
Ook Peter Langenbach, die vanuit zijn Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam de Brabantse coronagolf op zich af kon zien komen, had zijn analyse toen al klaar. “Het was keihard werken, maar we zijn nooit overspoeld geweest. We waren de crisis steeds een stap voor. Een belangrijk moment voor mij was de dag dat ik meeliep met de mensen die de coronapatiënten in ons ziekenhuis verzorgden. Ik stapte in een andere wereld, dat was spannend, maar ik zag rust, controle, overzicht, open communicatie en een goede sfeer. Dat gaf veel vertrouwen, waardoor ik me vanaf dat moment kon richten op mijn taak: faciliteren dat deze mensen hun werk konden doen.”
In een crisis is een goede besluitvormingsstructuur belangrijk: je moet snel beslissingen kunnen nemen. Het is een les uit Langenbachs tijd bij het leger: het nemen van een besluit is belangrijker dan dat het het juiste besluit is. Die analyse volgt later wel. Op basis van de kennis die je op dat moment tot je beschikking hebt, moet je iets beslissen. Anna Gimbrère: “Ik kan me voorstellen dat eerder opgedane kennis en ervaring je in staat stellen om in zulke situaties intuïtiever besluiten te nemen. Hoe meer ervaring, hoe beter de intuïtie.”
Controle houden in een crisis gaat echter niet alleen over besluiten nemen, het gaat ook over omgaan met onzekerheid. Kiran Badloe heeft daar weinig problemen mee, zo vertelde hij. Als zijn materiaal – de planken, zeilen, wat dan ook – niet op tijd komt, dan zal hij niet snel in de stress schieten. “Nee, ik kan dat snel accepteren. Als je gaat piekeren, ben je alleen maar verder van huis. Accepteren en vooruitkijken: wat zijn de opties? In mijn sport is veel onzeker. Wij zijn afhankelijk van de wind, die valt niet te voorspellen; we moeten altijd alert zijn, peilen, kleine veranderingen zien en daar meteen op reageren. Expect the unexpected, dat is wat we doen.”
Focus dichtbij halen
De coronacrisis heeft sporters hard getroffen. Trainingsschema’s werden in de war geschopt, wedstrijden afgelast, competities stilgelegd. Vooral het gebrek aan uitzicht op verbetering maakt het lastig: hoe ga je trainen, met welke intensiteit, welke opbouw? En waarvoor eigenlijk? Bondscoach Jeroen Otter, met de shorttrackploeg voor een trainingskamp neergestreken in de Pyreneeën, reageerde live in de uitzending: “In topsport handelen we altijd op basis van onvolledige informatie. Als coach maak ik een keuze, natuurlijk pas nadat we alles hebben gemonitord en geanalyseerd, en op basis van die keuze gaan we aan de slag. De focus is nu onduidelijk: wanneer kunnen we weer schaatsen? Wanneer zijn er weer kampioenschappen, Olympische Spelen? Wanneer die focus onduidelijk is, dan haal je ’m dichterbij: we gaan nu gewoon aan de slag en morgen kijken we wel weer verder. Dan analyseren we de toestand opnieuw.”
In onzekere tijden toont helder leiderschap de weg voorwaarts. Peter Langenbach doet dat in het Maasstad Ziekenhuis door, onder meer, het goede voorbeeld te geven: hij komt als eerste en vertrekt als een van de laatsten. Zijn drive: zorgen dat iedereen in de kliniek optimaal samenwerkt voor de beste zorg aan de patiënten. Leiderschap is voor hem daarom ook het vertellen van een goed verhaal, waarmee hij zijn mensen meekrijgt in zijn missie. Balkenende valt hem bij: “Er is een verschil tussen management en leiderschap. Management is organisatorisch de zaken goed regelen, faciliteren. Leiderschap begint met een visie, dat is die stip aan de horizon. Om daarmee succesvol te zijn, heb je twee dingen nodig: een goed team en een doordachte strategie. Een onderneming leiden is soms als vliegen in de mist: als het team en de instrumenten goed zijn, dan kun je vertrouwen op de uitgezette koers. En dan komt het goed.”
Anna Gimbrère noemt Elon Musk, de oprichter van automerk Tesla, als inspirerend voorbeeld. “Door een heel grote droom te visualiseren, door mensen te laten zien waar je heen wilt, kun je ze inspireren. Dan zeg je: kijk, dit is iets magisch en jij kunt daarvan onderdeel zijn. Zo trek je de allerbeste mensen aan en creëer je een topteam. Dat zie je nu binnen SpaceX gebeuren: wat daar nu wordt ontwikkeld, de samenwerking die daar ontstaat, dat kun je echt vergelijken met topsport.”
Voor de eeuwigheid
Het nieuwe jaar van de Topsport Community staat in het teken van ‘Legacy’: wat laat je achter, wat heb je mensen geleerd, getoond? Met andere woorden: hoe zul je later worden herinnerd? Of liever: hoe wil je later worden herinnerd? Gespreksleider Humberto Tan vroeg naar de krantenkop over tien jaar: hoe moet dan de kop boven een persoonlijk portret luiden? Balkenende: “Het is maar goed dat we daar zelf niets over te zeggen hebben, maar ik hoop op iets als: ‘Tegen de stroom in, voor een verantwoordelijke samenleving’. Daarmee bedoel ik: niet accepteren wat er is, maar weten dat je er iets aan kunt doen als je je daarvoor inzet. We zijn er niet alleen voor onszelf.”
Kiran Badloe heeft zich dit jaar, naar eigen zeggen vrij snel, neergelegd bij het uitstel van de Olympische Spelen, waarvoor hij een ticket had veroverd na een felle strijd met zijn vriend, teamgenoot en tweevoudig olympisch kampioen Dorian van Rijsselberghe. Die gouden plak in Tokio moet dus nog komen, maar hij ziet nu al als zijn belangrijkste prestatie dat hij zijn sport – het windsurfen, de RS:X-klasse – een duw naar de toekomst heeft gegeven. “Dorian en ik hebben ons sterk gemaakt voor het foilen, waarbij de plank door een draagvleugel boven het water uitkomt en je dus veel sneller kunt gaan. Dat is veel spectaculairder dan het wat ingeslapen windsurfen en dat heeft de internationale bond nu ook ingezien. Mijn krantenkop zou dus iets kunnen zijn als: ‘Ondanks het gevaar voor zijn eigen positie heeft hij toch het beste gedaan voor de sport’.”
Over de toekomst van de zorg maakt Peter Langenbach zich veel zorgen, omdat het systeem te veel prikkels bevat voor interventies en te weinig investeert in preventie. We moeten verdergaan met de ingezette digitalisering, vindt hij, maar we moeten ook de arbeidsmarkt slim bespelen, want er zijn veel nieuwe en goede mensen nodig. “Maar mijn krantenkop is een eenvoudige: ‘Deze ziekenhuisbestuurder heeft ervoor gezorgd dat er betere zorg is voor de patiënten’. Als dat mijn legacy is, dan ben ik heel tevreden.”
Gimbrère: “Mensen vinden het altijd moeilijker om zich voor te stellen wat kan komen dan wat er al is. Daarom gebruiken we onze mogelijkheden niet genoeg, terwijl we zo’n technisch ontwikkeld land zijn. Ik ben bijvoorbeeld enorm optimistisch over de vooruitgang die we kunnen boeken, ook economisch, als we investeren in duurzame energie. Zonnepanelen in combinatie met waterstofopslag, windmolenparken die waterstof op zee kunnen produceren, meer investeren in batterijen, in lokale opslag, data gebruiken om het energieverbruik in steden slim te organiseren, noem maar op. Ik wil laten zien dat het ook financieel verstandig is om daar vol op in te zetten. En de krantenkop over tien jaar zou dan iets moeten zijn als: ‘Ze had gelijk, het kon wel.’ Want zo is het: het kan wel. Echt!”