De dag dat Guardiola leerde dat hij nooit meer laf zou zijn

Verhaal met lef

Ajax-trainer Peter Bosz heeft een hekel aan lafaards. Dat is niet verbazingwekkend voor iemand die zijn teams laat spelen volgens het simpele Cruijff-adagium: om te winnen moet je een doelpunt meer scoren dan je tegenstander. Toch spiegelt Bosz zich volgens eigen zeggen vooral aan de Spaanse coach Pep Guardiola. Misschien wel omdat Pep ooit de gevolgen van laf gedrag toonde.

'Wat een puinhoop. Zo erg heb ik het nog nooit verkloot.' Pep Guardiola beent door zijn kantoor in de Allianz Arena en herhaalt datgene wat hij even daarvoor tijdens de persconferentie had gezegd. Zijn team Bayern München had thuis met 4-0 verloren van Real Madrid. En dat was volledig de schuld van de coach die meestal luistert naar zijn voornaam Pep, maar in dit geval ook geen moeite heeft met de namen rund, dommerik en lafbek.

Hij, de oud-voetballer van Barcelona, die ook als coach met Barcelona alles won wat er maar kon, was in 2012 na vier uiterst succesvolle seizoenen compleet uitgeput geweest. Hij nam een jaar vrijaf om zichzelf weer op te laden. Hij wist dat er nog zoveel te leren was als coach. Maar om daarover te kunnen dromen moest hij eerst afstand nemen, letterlijk ook: hij koos voor Amerika. En daar lukte het en halverwege zijn sabbatical besloot hij wat zijn nieuwe club zou zijn: Bayern München. Een club met een grote traditie, in een land dat al langer bezig was zichzelf als voetbalnatie te ontwikkelen, maar zo anders dan hij was gewend.

Ausputzer, Laufpensum, entweder Torwart oder Schwalbe, Zum Beispiel. Hoewel hij zijn eerste persconferentie in dienst van Bayern op 25 juni 2013 al opvallend goed Duits sprak, was de taal hem uiteindelijk toch tegengevallen. De nuance miste hij. Net even die kwinkslag maken om een lastig situatie in jouw voordeel te beslechten: in het Spaans had hij vaak aan één woord voldoende. Hier ontbrak hem de kennis van het juiste woorden.

Met de spelers ging het nog wel. Zijn enthousiasme vulde de ontbrekende woorden als vanzelf aan. Bij de Duitse pers was dat anders. Zij stuurden hem soms denkrichtingen in die hij niet wilde, maar door een te kleine woordenschat niet altijd kon ontlopen. Wat ook niet hielp was dat hij geen enkele van de Duitse tabloids een voorkeursbehandeling gaf. En dus zochten ze gezamenlijk naar kinken in de kabels. En kinken zijn onvermijdelijk.

Kink 1. De verwachting. Vanaf de eerste dag had hij gezegd dat de landstitel het doel was. Maar hij kon dat wel zeggen, als de club net de Champions League (CL) heeft gewonnen, dan verwacht men meer.

Kink 2. Een spits die dwars ligt.

Kink 3. Gedoe rondom de clubarts: icoon, maar niet wat hij wilde van een clubarts.

Kink 4. De onderschatting van een de botsing der voetbalculturen: de Duitse gericht op de winst, de Spaans (tenminste de zijne) gericht op dominantie van het spel.

Dat hij deze botsing in zijn eerste seizoen had onderschat, klopte trouwens niet helemaal. Enkele weken geleden zei hij nog hoe breekbaar een voetbalelftal kon zijn. 'Eine Glasflasche mit eine Gewinde, had hij het genoemd. Een voetbalelftal dat bungelt als een glazenfles aan een zijden draadje.

En PATS, zo had hij die mooie glazen fles laten vallen.

PATS in duizend stukken.

Hij had de verleiding van het succes niet kunnen weerstaan. De snel behaalde landstitel, het bij vlagen sprankelende voetbal, de consequente gedachten bij zijn spelers om het spel te willen domineren: het waren allemaal redenen waarom hij dacht erin geslaagd te zijn om al in het eerste seizoen die cultuurbotsing zacht en aaibaar te maken. Beiden in elkaar laten overvloeien.

Maar dat kon natuurlijk niet zo snel. Dat wist hij wel. Toch was hij ongemerkt gaan verslappen. Dat doet succes met je: je verleiden tot de gedachte dat ietsje minder ook voldoende is. Maar het moeilijkste vond hij dat hij de fout zó eenvoudig had kunnen voorkomen.

Bijna een week geleden deed hij dat al.

Direct na het 1-0 verlies in de eerste halve CL-finale in het Bernabeu Stadion in Madrid had hij samen met zijn team – potverdorie het beste analyseteam in de wereld, aan hun ligt het niet, aan hun ligt het niet, aan hun ligt het zeker niet – tezamen hadden ze een duidelijke analyse gemaakt met als uitkomst een opstelling die dominantie van het spel zou betekenen. Op papier heette zijn voetbalcultuur 3-4-3. Maar dat was niet meer dan een telefoonnummer. Het ging om de intentie. De wedstrijd in Madrid had aangetoond dat Bayern zelfs daar Real kon domineren. Dus thuis moest dat zeker. Tegen zijn assistent Domé Torrent zei hij die avond nog: 'Domé, zorg dat ik niet van gedachten verander. Dit is de enige strategie.'

En ook in de dagen daarna dacht hij dat. Maar zoals altijd twijfelde hij ook. Twijfel was een vriend van hem. Het gaf hem de mogelijkheid zijn intuïtie te volgen. Teveel overtuiging van de juiste strategie kan je blind maken voor andere, nog net iets betere opties. En in dit geval was er een inderdaad een kleine aanpassing voorzien: om te zorgen dat zijn team nog dominanter zou spelen. Maar zijn intuïtie zei nog steeds: dit is de enige strategie. Zelfs de dood in het weekeinde van een al lang zieke vriend bracht daar geen verandering in.

En toen kwam de maandagochtend. Waarom weet hij nog steeds niet, maar hij week af van zijn normale routine en vroeg de spelers naar hun idee. Zij hadden gesproken over hun typische Duitse cultuur om te spelen met hun hart. Hoe de Allianz Arena bijzondere krachten bij hen los maakten en hoe ze het liefst vol op de aanval wilde spelen.

Hij kende dit diepe verlangen bij de spelers. Het gehele seizoen was hij juist daarover met hen de confrontatie aangegaan. Dominantie vroeg meer dan alleen de aanvalsdrift. Hij had de spelers doordrongen van het noodzakelijke geduld. Elke dag was hij juist daar alert op geweest. En in de aanloop naar de belangrijkste wedstrijd van het seizoen gaf hij ineens toe.

Waarom? Geen idee. Maar de veranderende opstelling was met groot enthousiasme ontvangen door de spelersgroep. En het gevolg was dramatisch: zojuist was Bayern thuis met 4-0 verslagen.

Het liefst bonkte hij nu hard met zijn hoofd op een tafel, of nog beter, gooide hij per direct de handdoek, omdat een club als Bayern toch beter verdiende. Dat zijn omgeving hem daar de komende dagen van zou gaan weerhouden wist hij nog niet.

Het is dinsdagavond 29 april 2014 en Pep verlaat zijn kantoor in de Allianz Arena. Hij trekt de deur stevig achter zich dicht en weet dat hij deze wedstrijd nooit meer zal vergeten. Niet de spelers, niet het vertoonde spel, maar hijzelf was de schuldige aan deze grote nederlaag. De nederlaag die hem voor altijd zou herinneren om niet laf te zijn en ondanks alle verleidingen zijn eigen intuïtie trouw te blijven.

Door: Arthur van den Boogaard

Deel dit artikel in je netwerk: