Het belang van een ingespeeld team

TSC Oog in Oog / ABN AMRO

Ze lijkt een trage starter, althans, voor wie niet beter weet. Eenmaal op gang stoomt ze iedereen voorbij. Met een straatlengte voorsprong snelt Marlou van Rhijn na 200 meter over de finish: de paralympische titel is opnieuw voor haar. In het fragment uit 2016 rent ze alleen, maar die prestatie was het resultaat van de inspanning van velen. Ze zegt het meteen tijdens haar gesprek met CoolBlue-oprichter Pieter Zwart, tijdens de eerste Oog in Oog van dit seizoen.

Voor deze Oog in Oog is een select gezelschap bijeengekomen op de bovenste verdieping van de ABN Amro-toren aan de Amsterdamse Zuidas. De symboliek ligt voor de hand: op grote hoogte en met de wereld aan de voeten, maar dat was, hoewel beslist van toepassing op de gasten, geenszins de insteek. In de ontmoeting tussen toppers uit verschillende disciplines kwamen uit alle verwachte verschillen ook verrassende en bruikbare inzichten voort. Marlou van Rhijn (27), drievoudig paralympisch kampioen op de sprint en meervoudig wereldrecordhouder, leeft in een wereld die wordt geregeerd door cijfers: reactietijden, paslengtes, bloedwaardes, afstandsrecords, alles wordt gemeten. Daarnaast heeft ze, om tot haar topprestaties te komen, in haar begeleidingsteam een mental coach, een arts, een specialist voor haar sprintblades en natuurlijk de broodnodige trainingspartners. Een heel team om één atleet tot topprestaties te laten komen. In haar gesprek met Pieter Zwart (41) bleek dat zijn wereld zelfs nog meer wordt beheerst door cijfers: om de service aan de klanten van zijn snelgroeiende webwinkel op het hoogste niveau te houden, wordt werkelijk alles gemeten. Pieter: “We meten alles. Als je gelooft dat iets werkt, maar je kunt het niet meten, dan is het religie – en dat is voor op zondag, als we niet werken. Meten is weten, maar de vraag is vooral: wat zijn precies de ‘leading indicators’ uit al die cijfers? Ons doel is simpel: de klanten moeten blij zijn en wij moeten wat geld verdienen. Van alles meten we of het bijdraagt aan dat doel, daarin zijn we heel fanatiek.”

Hoogste niveau

Marlou: “Wij meten ook alles, maar dat kan ook mentale onrust veroorzaken. Ik moet lol hebben in wat ik doe om onder druk te kunnen presteren. Het gaat mij niet om de cijfertjes of om de eindtijden, ik wil winnen. Als ik te veel informatie krijg over mijn verzuringswaarden of paslengtes, dan kan dat verlammend werken. Ik weet dat het een getal is dat uiteindelijk de winst bepaalt, maar mijn gevoel is voor mij net zo belangrijk. Een honderdste van een seconde zie je niet, maar voel je wel. Ik verdiep me daarom ook niet in mijn tegenstander, die factor kan ik toch niet beïnvloeden.” Pieter: “Klantverwachting is iets wat wij niet kunnen beïnvloeden, maar we hebben er wel mee te maken. Ik moet me dus goed verdiepen in wat onze klanten willen, dan kan ik pas een manier verzinnen om die verwachtingen te overtreffen. Ik heb daar een heel team voor, net als Marlou. Dat team is geregeld van samenstelling veranderd, want we zijn de afgelopen jaren snel gegroeid. De complexiteit nam daarmee ook toe en dat moet je maar net leuk blijven vinden. In die zin speelt gevoel ook mee. Maar, sprekend vanuit een business waarin bijna alles om cijfergestuurd is, vind ik het bijzonder dat Marlou zo’n groot deel van haar leven inricht op een race van 26 seconden, waarin ze te maken heeft met allerlei factoren die buiten haar invloed liggen. Dat is voor ons ondenkbaar.”

Marlou: “De reden daarvoor is simpel: ik vind het spelletje gewoon heel leuk. En zeker op het grootste podium denkbaar, de Spelen. Dat is waar het voor mij om draait, presteren op het hoogste niveau.”

Weinig invloed

Anna Drijver (35) stapt de caravan uit en kijkt opzij met een blik van: ‘Heb ik wat van je aan?’ Het fragment uit de Netflix-serie Undercover ontlokt direct kreten van herkenning: de serie is een groot succes. In haar rol als Kim de Rooij wordt ze geprezen om haar ‘naturel’ acteren en de kenners weten wat dat betekent: daar zit heel veel toewijding en voorbereiding in. Anna: “Het was een fijne productie, vooral omdat Vlamingen met betere budgetten en ruimere tijdschema’s werken. Dan krijg je de kans een goed script echt tot zijn recht te laten komen, dat is fijn werken. Dat is lang niet altijd zo, zeker niet in Nederland. Als acteur heb je sowieso maar weinig invloed op het eindresultaat, daarom ben ik zeer kritisch in wat ik wel en niet doe. Als ik denk dat het script, het budget of andere omstandigheden het niet mogelijk maken een mooie productie op te leveren, dan doe ik het niet. Het moet gewoon goed zijn. Dat eis ik ook van mezelf: elke take moet bruikbaar zijn. Alleen als er passie is op de set, dan heeft iedereen dezelfde focus en concentratie. Dan kun je lekker werken en samen iets moois maken.”

Tegenover haar heeft Francesco Wessels (47) plaatsgenomen, als teamleider prestatiemanagement bij NOC*NSF verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de topsport, onder meer als ‘coach of coaches’. Hij herkent wat Anna zegt. “De kwaliteit van het team is voor Anna een voorwaarde om ‘haar ding’ goed te kunnen doen. Dat is precies waar ik bij topsport heilig in geloof. Ik heb een legerachtergrond en weet uit ervaring hoe belangrijk het is dat je als team presteert op hetzelfde niveau. Bij het NOC*NSF zijn we daarmee bezig. Heb ik direct invloed op topprestaties? Nee, wij proberen te faciliteren dat er bij elke sport of sporter een goed ingespeeld team staat. Een team dat meteen signaleert wanneer iets niet goed gaat en dat ook bespreekbaar maakt. Zo kom je tot het beste resultaat. Dat zal in de filmwereld niet anders zijn.”

Allerbelangrijkste 

De meest gestelde vraag aan Francesco is of coaches niet lastig zijn om te coachen. Het antwoord verrast de meeste vragenstellers: nee. Francesco: “Coaches hebben diep in hun genen zitten dat hun gedrag invloed heeft op de sporter. Reflectie op het eigen functioneren is er dus al, dat maakt het voor mij relatief eenvoudig om met ze te werken. Ze kennen het proces, ze kunnen goed gedrag en het effect daarvan analyseren. Iedereen is gevoelig voor wat anderen vinden, daarom is de samenstelling van een team ook zo belangrijk. Je moet daarbij ook weten hoe je zelf reageert. Op het slagveld heb ik geleerd hoe goed we het hier in Nederland hebben, ik vind dat we ons best bewust mogen zijn van dat privilege. Mijn valkuil is dan ook dat ik snel afhaak als mensen niet helemaal gecommitteerd zijn. Tegelijk ben ik me bewust van mijn privilege: ik mag in een van de beste landen ter wereld werken met mensen die doen wat ze graag willen en daar ook nog eens heel goed in zijn. Hoe mooi wil je het hebben? Dat ik daar een bijdrage aan mag leveren, dat is prachtig.” Anna: “Dat is precies zoals ik over mijn vak denk. Ik vind acteren, verhalen vertellen, het leukste, maar ook het allerbelangrijkste op de hele wereld. Ik vind het fijn dat ik dat kan en mag doen. Want met verhalen voeden we elkaar op, zo leren we van elkaar. Als dat met een ingespeeld team goed lukt, dan valt alles op z’n plek.” Francesco knikt: hij had het niet beter kunnen zeggen.

Deel dit artikel in je netwerk: