Het belang van vlooien: over apenstreken en teamdynamiek.

TSC Connect

De Amerikaanse schrijver Steven R. Covey, bekend geworden met zijn bestseller over de zeven eigenschappen van effectief leiderschap, stelde dat als je gedrag effectief wilt beïnvloeden, je dat gedrag eerst moet begrijpen. Bij de TSC Connect op 1 november, in de Jumbohal in Veghel, vertelde bioloog Patrick van Veen hoe hij inzicht krijgt in het gedrag van mensen door dat van apen te onderzoeken. ‘Het is goed om je te realiseren wat de rituelen zijn die in jouw team voor binding zorgen.’

Mensen zijn sociale wezens, dat helpt als je moet samenwerken. Maar hoe maak je van een sociale groep een team? In dat proces, zo stelde bioloog en apenonderzoeker Patrick van Veen, draait het om structuur, om normen en waarden en om rituelen, met als overkoepelende voorwaarde: vertrouwen. Neem een groep gorilla’s: daar is alles geregeld op het niveau van structuur. Het leven bij de gorilla’s is prettig overzichtelijk: eentje is de baas en dat alfamannetje bepaalt alles. Dat maakt het leven bij zo’n groep veilig en zeker, er heerst rust. Deze organisatiestructuur heeft echter één nadeel: als de leider wankelt, dan valt de groep uit elkaar. Bij chimpansees is het anders geregeld. Daar is een zogenaamde kingmaker actief. Niet het fysiek sterkste mannetje, wel een die erg belangrijk is voor het functioneren van de groep. Hij kiest een mannetje uit en begint hem te steunen, daardoor die de alfaman van de groep wordt. De kingmaker krijgt bepaalde privileges en er heerst rust in de groep. Krijgt de alfaman het hoog in zijn bol en trekt hij de verleende privileges in, dan verlegt de kingmaker zijn loyaliteit en steunt een ander mannetje. Die wordt dan leider van de groep en de kingmaker heeft zijn privileges weer terug. Deze vorm van informeel leiderschap vergt veel communicatie, waarbij binnen de groep ook corrigerend wordt opgetreden als de heersende mores niet worden gevolgd. Van Veen: “De veiligheid en het vertrouwen binnen deze groep zitten meer in de sociale interactie; never a dull moment. Het vlooien is daarbij belangrijk: met de rug naar de ander gaan zitten en je laten vlooien, daar spreekt vertrouwen uit. Het is puur een ritueel, want apen hebben helemaal geen vlooien, maar door het zachtjes plukken aan die haartjes komt endorfine vrij en voelen de apen zich prettig. Kunnen jullie ook eens proberen.”

Sterker dan een leeuw

Bonobo’s, genetisch identiek aan chimpansees, leven op een andere manier samen. Daar zijn de vrouwen de baas – en zij slaan de mannen geregeld in elkaar om dat te bevestigen. Van Veen: “Nu zijn de vrouwtjes niet sterker dan de mannetjes, maar zij doen aan coalitievorming. En onderling hebben de bonobo’s voortdurend seks. Als je twee groepen bonobo’s bij elkaar zet, dan is het vier uur lang één grote orgie en daarna is de groepsfusie afgerond. Zo kunnen zij snel coalities smeden. Dat is ook nodig, want bonobo’s wisselen om de paar weken van groep. Rituelen zijn belangrijk om de binding te versnellen. Daarom is het binnen elk bedrijf, binnen elk team, goed om je te realiseren wat de rituelen zijn die voor die binding zorgen. Toen de koffiejuffrouw werd afgeschaft, verdween het informele bijpraatmomentje dat broodnodig is voor de onderlinge relaties. Nu gebeurt dat dus in vergaderingen en je kunt je afvragen of dat een verbetering is. Een oplossing zou kunnen zijn om erg langzame koffiemachines te installeren, waardoor de wachttijd benut kan worden voor het bijpraten.”

En dan zijn er ook nog bavianen, apen met vervaarlijke hoektanden, die leven op de savanne. Daar loert overal gevaar. Als een leeuw zich vertoont, dan nemen de mannetjes de leiding. Van Veen: “Vergis je niet: drie boze bavianen winnen het van een leeuw. Als de groep echter op zoek moet naar eten, dan nemen de vrouwtjes de leiding. Zij worden gemiddeld tien jaar ouder dan de mannen en hebben dus meer ervaring. Als mannetjes oud worden en hun hoektanden breken af, dan gaan die voor de kinderen zorgen. In dit model van situationeel leiderschap is veel communicatie nodig: een groep bavianen is dan ook zeer luidruchtig. Het is aardig om eens te kijken op welke groep apen je eigen team lijkt. Het maakt niet uit welke dat is, het is wel belangrijk te weten wat de onderliggende normen, waarden en rituelen zijn. Daarin zit de teamgeest. Je moet daarom altijd oppassen dat je die niet om zeep helpt met een ondoordachte structuurwijziging. 

Onbevooroordeelde blik

Je hoeft niet eens zo heel goed naar apengedrag te kijken om de overeenkomsten met mensen te zien. Als een zwarte doos in een apenverblijf wordt gezet, blijken jonge apen veel nieuwsgieriger dan oude. Dat verschil verdwijnt als een aap in afzondering een zwarte doos krijgt: dan gaan oudere apen ook meteen op onderzoek uit. Van Veen: “Er schuilt een reputatierisico in het onderzoeken van iets onbekends als anderen meekijken. Jongeren hebben daar geen last van, die hebben nog geen naam opgebouwd en zijn niet bang voor gezichtsverlies. Omdat ze een andere focus hebben, zien ze andere dingen dan volwassenen. In mensenteams zie je dat zulk ‘pubergedrag’ bijna helemaal verdwenen is, waardoor ook waardevolle kansen niet worden benut. Het is de moeite waard om te kijken of je die onbevooroordeelde blik van de jeugd in je team kunt behouden.”

Ook op het vlak van samenwerken en delen zijn mensen net apen. Samenwerken lukt prima, maar als er verschillende beloningen worden uitgedeeld, dan gaat het schuren. Ook dan is samenwerking nog prima mogelijk, als de onderlinge band maar goed is. Degene die het dichtstbij staat, wordt het meeste gegund. Ook dat is een reden om ervoor te zorgen dat onderlinge relaties goed blijven: die houden direct verband met het succes van een team. Van Veen: “Het is opvallend dat problemen zelden in de structuur zitten, maar dat we oplossingen maar blijven zoeken in aanscherping van procedures en protocollen. Herken en koester de rituelen die van een groep een team maken en zorg ervoor dat ze niet geofferd worden op het altaar van structurele veranderingen. En bovenal: vergeet nooit het belang van vlooien.”

Zelfkennis

Te gast in Veghel was ook Bart Deurloo, de turner die komende zomer namens Nederland meedoet aan de Olympische Spelen. Hij weet hoe belangrijk teamgeest is, zelfs in een individuele sport als turnen. Tijdens het afgelopen WK in Stuttgart was hij de enige van de turnploeg die zich wist te kwalificeren voor Tokio, wat een lastige situatie opleverde: het hele team was teleurgesteld, behalve hij. Bart: “Terug in het hotel bleef de stemming lange tijd bedompt. Begrijpelijk natuurlijk, zoiets kost even tijd. Het duurde even, maar uiteindelijk konden mijn teamgenoten wel blij voor mij zijn, hoor. We trainen veel samen, turnen veel wedstrijden, dus je moet ook weer samen door.” Ook handbiker Jetze Plat, die in maart 2019 het werelduurrecord verbeterde tot bijna 44,8 kilometer, kent het belang van een hecht team, al is dat in zijn geval er helemaal op gericht hem zo goed mogelijk te laten presteren. Jetze: “Vanaf het moment dat ik had bedacht het werelduurrecord aan te vallen, moest er van alles worden gepland. De seizoensopbouw wordt anders, je moet technisch met het materiaal aan de slag, alles gericht op één doel. Dat was niet toevallig gekozen, ik wilde ook wat impact creëren. Niet veel mensen kennen deze sport en ik wilde laten zien wat wij doen en hoe mooi dat is. Zonder team om me heen kan zoiets nooit lukken. Ik zit op die fiets, maar het hele team zorgt ervoor dat ik zo hard kan gaan.”

Het mooiste voorbeeld van een succesvol team is misschien wel Team Jumbo-Visma, waarvan de wielrenners afgelopen seizoen liefst 52 overwinningen behaalden. Dylan Groenewegen was met vijftien sprintzeges zelfs de succesvolste wielrenner van het jaar. Richard Plugge, de zakelijk directeur van de sportploeg: “Dat succes kwam niet uit de lucht vallen, hoor. We zijn in 2013 begonnen en in heel 2016 behaalden we maar zes overwinningen. Toen hebben we het roer omgegooid en hebben we onze kernwaarden als ploeg in een document vastgelegd. Daarin staat wat we zelf willen, wel gedrag we wel en niet willen zien. Dat is niet van bovenaf opgelegd, dat hebben we met input van iedereen samengesteld. Het is mooi om te zien dat het heeft gewerkt.” Ploegleider Merijn Zeeman: “Dit jaar kwamen we in de Vuelta ten val in het eerste weekend, tijdens de ploegentijdrit. Steven Kruijswijks knie was kapot en we lagen meteen dertig seconden achter in het klassement – een kleine ramp. Die avond is er weinig gezegd in het hotel. Meteen de volgende dag ging Primoz Roglic in de aanval en pakte weer tijd terug. Toen wist iedereen weer: o ja, daarvoor zijn we naar Spanje gekomen. Het team besefte: er is nog niets verloren, de koers duurt nog drie weken. Dat was inspirerend leiderschap van Primoz. Het is belangrijk dat iedereen van zichzelf weet wat zijn bijdrage aan het team is. Primoz liet zien dat goed begrepen te hebben. Vanaf dat moment was de ploeg weer een team met maar één doel: winnen.”

Deel dit artikel in je netwerk: