Samen winnen en samen verliezen

TSC Connect, Parooltheater Amsterdam

Topsporters, die elke dag trainen om het beste in zichzelf naar boven te halen, zien het leven snel in termen van winnen en verliezen. In de top van het bedrijfsleven gaat dat niet veel anders, vertelde voormalig ABN AMRO topman Wietze Reehoorn tijdens de Topsport Community Connect in Amsterdam. “Wat op mij de meeste indruk heeft gemaakt, is verliezen. Maar let op: in dat verliezen zit altijd mooie winstpotentie.”

De Noorderrondrit in Groningen, 1986. Net 25 kilometer onderweg vanuit startpunt Baflo reed Wietze bij Appingedam in een scheur, waarbij hij zijn enkel blesseerde. Hij had eigenlijk moeten stoppen, maar ja, hij had pas 25 van 155 kilometer geschaatst. Hij ging dus door, maar goed schaatsen kon hij niet meer. Zijn maten gingen ervandoor, die kon hij niet meer bijhouden. Hij moest alleen door ploeteren. Op het laatst was het schaatsen niet meer dan een soort schuifelen geworden, hij kwam amper nog vooruit. ’s Avonds werd hij als een van de laatsten door de bezemwagen van het ijs gehaald, enkele kilometers voor de finish. Wietze: “Ik heb me erg alleen gevoeld in dat verlies. Ik zie mezelf nu nog staan daar, op dat lege ijs. Het is voor mij een tekenende ervaring geweest: zo voelt het als je alleen staat in verlies of verdriet.”

Het motto van deze bijeenkomst is niet voor niets: samen winnen en samen verliezen, want: elke prestatie is een teamprestatie. Tijdens zijn bankcarrière stond Wietze vooraan toen ABN AMRO in zwaar weer terechtkwam, bijna in drieën werd gedeeld en zelfs werd genationaliseerd, perioden waarin hij in teamverband veel verliezen heeft moeten verwerken. Maar gewonnen werd er ook: het gevaar van de opdeling werd afgewend, het vertrouwen werd hersteld en uiteindelijk konden ze ABN weer naar de beurs brengen. Verschillende periodes, verschillende teams, verschillende resultaten. Wat waren de overeenkomsten?

Let op de onderstroom

Work hard, play hard’, dat was het onuitgesproken devies van het directieteam waarmee Wietze gouden jaren beleefde tussen 2004 en 2008. Met 25.000 man personeel in zijn divisie en de bank in een ‘winning mood’ was er veel onderling vertrouwen binnen de directie, waardoor alles liep als een trein. In een ander team moest hij juist bewuster optreden om de zaken soepel te laten verlopen. “In een team moet iedereen elkaars eigenschappen kunnen accepteren en het vertrouwen voelen om moeilijke gesprekken niet uit de weg te gaan. We organiseerden daarvoor ook leiderschapsreizen, waarop we teamgeest en openheid creëerden. Als je samen in alle eenvoud moet kamperen in een bos, dan voer je andere gesprekken bij het kampvuur – en dus ook wanneer je later weer op kantoor bent. Dat zijn investeringen in een team die altijd de moeite waard zijn, is mijn ervaring. Daar kun je op terugvallen in moeilijke tijden. Je moet die onderstroom in een team in de gaten houden, weet wat er gebeurt. Heb vertrouwen, houd vertrouwen en wees open in de communicatie, juist als het moeilijk wordt.”

Een op elkaar ingespeeld team betekent geenszins dat er geen moeilijkheden zullen komen. Een tragische zelfmoord van een collega, een rel om salarisverhoging; Wietze wist nooit uit welke hoek de ellende kon komen. Wietze: “Heftige gebeurtenissen moeten een plekje krijgen – en die krijgen een betere plek als je ze kunt delen binnen je team. Die verliesmomenten voel je tot op het bot, daar moet je doorheen. Maar uiteindelijk kom je er sterker uit: je hebt geanalyseerd wat er mis is gegaan en je hebt daarvan geleerd. En dat neem je mee. Bij ABN AMRO zijn we uiteindelijk weer naar de beurs gegaan, dat was een prachtig winstmoment na een aantal zware jaren.” En: “Het leven is een opeenstapeling van winnen en verliezen, van mooie momenten en verdrietige. Als je dat in het leven goed probeert te ontvangen, dan kun je een goede rol spelen. En dat gaat altijd beter als je het kunt delen met de mensen om je heen. Voor verliezen geldt namelijk hetzelfde als voor winnen: het is fijner als je dat samen doet.”

Brandstof voor succes

Met de tweede plek op het WK voetbal heeft het Nederlands vrouwenelftal een ongekend succesvolle zomer achter de rug. Claudia van den Heiligenberg, oud-international, bekeek de hype rond het team met verbazing: toen zij nog voor Oranje speelde, werkten ze hun wedstrijden af voor anderhalve man en een paardenkop. Claudia: “Wij verloren vaak, nu is Oranje al twee jaar in de winning mood. Deels omdat de balans in het elftal beter klopt, maar ook omdat ze nu ook de slechte wedstrijden weten te winnen. Dat is mooi om te zien, al vind ik het ook jammer dat ik deze tijd niet als speler heb meegemaakt.”

De ontwikkeling van vaak verliezend team tot een ploeg die Europees kampioen wordt en zelfs vicewereldkampioen, verliep met horten en stoten. In de aanloop naar het WK werden veel oefenwedstrijden tegen zware tegenstanders gespeeld. Een bewuste keuze, aldus KNVB-perschef Anja van Ginhoven. “We hebben het er vaak over gehad, over onze resultaatdoelstelling en wat iedereen van het proces onderweg mocht verwachten. De oefencampagne was soms zwaar en leidde ook tot verliespartijen, maar in dat verliezen zijn de spelers wel gaan geloven in eigen kunnen. Ze zijn gaan geloven dat ze, door hard te werken, zouden kunnen winnen. Ondanks de druk van buiten.”

Wat doet het dan met zo’n team als de WK-finale wordt verloren? Van Ginhoven: “Daar hebben we het veel over gehad. Zo’n verlies is een emotioneel moment, daar gaat iedereen anders mee om. We wilden open zijn naar buiten, maar ik heb wel duidelijk gezegd: denk erom, als je met een journalist praat, spreek je over zijn schouder ook tegen dat kleine meisje dat jou als voorbeeld ziet.” Claudia: “Ik vind het helemaal niet erg als speelsters hun frustratie of boosheid over een verliespartij tonen, dat hoort erbij. Ik wil die emotie wel zien.”

De koppeling met het bedrijfsleven is op dit punt lastig: daar wordt het doorgaans niet op prijs gesteld als emoties of frustratie openlijk worden getoond. Toch is het ook daar van belang dat de pijn van verliezen wel wordt gevoeld: als je dat niet doet, ben je ook niet gemotiveerd om te analyseren wat is fout gegaan. Als je leert van je fouten, dan is verliezen jouw brandstof voor succes. International Merel van Dongen verwoordde het prachtig na de verloren WK-finale: “Vrouwen kunnen voetballen, sliden, vechten, gespierd zijn en stoer zijn, zelfverzekerd en kwaad zijn, we kunnen janken, lachen en werken. Maar bovenal kunnen we winnen. Van onze tegenstander, maar ook van vooroordelen, stereotypen en twijfel. Dan kun je niet verliezen. Deze plak is dan wel zilver, maar voor mij heeft die een gouden randje. 

Radicale verandering of kleine verbeteringen?

Winnen en verliezen wordt in het hedendaagse voetbal in toenemende mate bepaald door beslissingen van de videoscheids, de VAR. Danny Makkelie, internationaal scheidsrechter, werkt geregeld als VAR, zijn collega Rob Dieperink weet hoe het is om als scheidsrechter te worden teruggefloten door de collega met videobeelden. Hoe voelt het om in een vol stadion te worden gecorrigeerd? Wat doet dat met een scheidsrechter? Rob: “Vroeger hoorden we pas achteraf wat er wat misgegaan, nu kunnen we dat tijdens de wedstrijd al corrigeren. Daar ben ik blij mee, het voetbal wordt er eerlijker van en dat is winst. Maar het werkt wel door op het veld: voetballers maken opmerkingen, je gezag lijdt eronder. Dat is wel eens pittig.” Danny Makkelie: “Alles is meteen te zien, we moeten mee in die ontwikkeling. Ik denk dat men wel snapt dat een scheids niet alles kan zien, maar nog steeds worden beslissingen in Nederland doorgaans niet snel geaccepteerd. Die van de VAR nog minder, lijkt het wel. Toch is ook de VAR een onderdeel van het team dat de wedstrijd tot een goed einde moet brengen. In die zin werken we allemaal samen om tot de juiste beslissing te komen. Het merkwaardige is dat onze onderlinge correcties in alle openheid plaatsvinden, in die zin zijn we enorm transparant.” En, zo voegt hij later nog toe, ‘die openheid werkt alleen als je ook als team functioneert. Anders komen er toch scheve gezichten.’

Abe Wiersma weet daar alles van. De roeier, die op het afgelopen WK goud haalde met de dubbel-vier, vindt zijn sport niet zo ingewikkeld. Als de ploeg eenmaal is geformeerd, dan is het vooral een kwestie van je trainingsuren maken. Het ingewikkelde zit daar in de mentale frisheid: hoe houd je jezelf en elkaar scherp als je steeds hetzelfde moet doen? Abe: “Uitbarstingen zijn er af en toe wel, vooral tijdens de trainingen, maar die praten we achteraf snel uit. Je moet toch elke dag weer die boot in en erop kunnen vertrouwen dat iedereen zijn uiterste best doet.”

Govert Viergever, pas deze zomer gestopt als roeier, heeft van nabij gezien hoeveel werk de dubbel-vier heeft verzet om op het WK te kunnen pieken. Ze experimenteerden met een nieuwe – en gewaagde – seizoensindeling, gericht op maar twee piekmomenten, en dat wierp vruchten af. Wel is het zo dat buiten elke succesvolle boot een paar roeiers staan die pas op het laatst zijn afgevallen. Daar zijn radicale beslissingen voor nodig: in kracht en fitheid ontlopen de roeiers elkaar vaak weinig, dus het komt bij de selectie aan op het gevoel voor de juiste samenstelling, de beste onderlinge samenwerking. En als die toch niet blijkt te werken, wat dan? Is het dan een kwestie van schaven of wordt dan rücksichtslos ingegrepen? Viergever: “Een radicale verandering kan soms als schokeffect werken, maar zelf denk ik dat wat de Japanners ‘kaizen’ noemen, beter werkt: kleine veranderingen in een cyclus van voortdurende verbeteringen. Steeds analyseren, leren en doorgaan. Het team overhoop te gooien creëert angst, daarmee zullen mensen zich niet snel verbeteren.”

Ook in bedrijven werkt het zo, getuige de vele reacties uit de zaal. In een team doe je het samen, dus ook als je een tegenslag moet verwerken en moet zoeken naar verbetering. Wietze: “Pas als je weet wat het is om samen te verliezen, kun je ook samen winnen. Dat is de winstpotentie van verliezen.”

Deel dit artikel in je netwerk: